De laatste rijdag – return to Duns
De route van onze laatste rijdag brengt ons van Bo’ness naar Duns en vervolgens naar Newcastle waar we verwacht worden als passagiers van de DFDS veerboot die om 17 uur de haven verlaat. Je kunt hier alvast een indruk opdoen van het programma van deze dag. De routes van deze dag – in dit geval in twee delen geknipt – kun je hier downloaden en op de kaart bekijken.
Deze dag staat in het teken van de Scottish Borders – de streek in Schotland die tegen de Engelse grens ligt – en … Jim Clark.
Jim Clark werd geboren op 4 maart 1936 in Kilmany (Fife, Schotland). Hij had vier oudere zussen en daarom vestigde zijn vader zijn hoop op Jim om het boerenbedrijf over te nemen. In 1942 verhuisde de familie Clark naar de boerderij Edington Mains, net buiten Chirnside (Borders, Schotland). Vanaf 1952 werkt Jim al fulltime op de boerderij van zijn ouders als hij met zijn zes jaar oudere kennis uit de ’young farmers club’ Ian Scott-Watson meegaat naar een race waaraan Scott-Watson als lid van de Ecurie Agricole meedoet. De race vindt plaats in Crimond, uit het zicht van ouders en bekenden. Als Jim in 1956 voor de eerste keer meedoet in een race — na stiekum te zijn ingeschreven door Ian Scott-Watson want de ouders van Jim moesten niets van autoracen hebben — met de DKW-Sondernklasse van Scott-Watson is hij zoveel sneller dat Scott-Watson zijn eigen carriëre opgeeft en zich inzet voor de carriëre van Jim. Clark is vanaf dat moment besmet met het racevirus en ontpopt zich als een natuur-talent. Eerst in de DKW, later in een Porsche 1600 Super van Scott-Watson en vervolgens in een Lotus Elite die Scott-Watson koopt. Tegelijkertijd rijdt Jim voor het Border Reivers team van garage-eigenaar Jock McBain. Ian Scott-Watson is de secretaris van het team. Jim racet in een Jaguar D-type en later in een Lister Jaguar.
In deze periode wordt hij in een Lotus Elite, die door Ian Scott-Watson was gekocht om Jim in te laten racen, verslagen door ene Colin Chapman. Chapman is als eigenaar van het Lotus raceteam zelf geen onverdienstelijk coureur.
Vanaf 1958 rijdt Clark een volledig seizoen in diverse races. In 1959 heeft hij inmiddels aardig naam gemaakt; Jim rijdt de 24h van Le Mans samen met Sir John Whitmore (10e overall, 2e in de klasse) in de Lotus Elite met nummer 42 en aan het einde van dat jaar tekent hij voor het Aston Martin Grand Prix Team. Van rijden komt het niet want het lukt Aston Martin niet om de raceauto daadwerkelijk te bouwen.
Vanaf 1960 rijdt hij voor het eerst formule races bij het team van Austin Junior. Austin wil verder met Clark in het Formule 1 project maar Jim ziet dit niet zo zitten. Als Austin op Goodwood Clark de eerste testritten wil laten maken, vraagt Colin Chapman aan Austin of hij Clark mag lenen om zijn nieuwe Formule Junior te testten. Austin stemt toe … . De rest is historie want Chapman is zo onder de indruk van Jim Clark dat hij hem benoemt tot eerste coureur van het Lotus Formule Junior team. Het is een bondgenootschap tussen Clark en Chapman dat de rest van zijn carriëre stand zal houden.
Deze geschiedenisles heeft een reden. We bezoeken op deze dag het nieuwe Jim Clark Museum in Duns. Wellicht wordt dit bezoek niet veel meer dan het bekijken van de buitenzijde van het in aanbouw zijnde museum. Er wordt gewerkt aan een iets inhoudelijker programma, maar of dit lukt is nog even afwachten. Daarover later meer!