8 juni | John O’Groats – Rhiconich
De reis van John O’Groats naar de westkust van de Highlands, langs de meeste noordelijke weg op het vasteland van Groot-Brittannië, brengt een drastische verandering van het landschap met zich mee. Van de slaperige, door schapen begraasde akkers van Caithness rijden we naar de ruige, kastanjebruine heide van Sutherland, met uitzicht op de – letterlijke – hoogtepunten Ben Hope en Ben Loyal. Deze dag vormt de perfecte inleiding op het filmische landschap dat ons op de derde dag in Wester Ross te wachten staat.
De vroege vogels kunnen op deze dag een wandeling maken naar de bijzondere kliffen bij Duncansby Head, als dat er de vorige dag niet meer van is gekomen. De vuurtoren is met de auto bereikbaar en daarvandaan loopt een kustpad zuidwaarts naar deze machtige kliffen. Deze plek geeft je het echte ‘einde van de wereld’ gevoel, meer nog dan John O’Groats doet.
Maar we zullen alweer op tijd op pad gaan. We hebben een kleine 200 km voor de boeg. Dat is wat minder dan het aantal kilometer van de eerste etappe, maar gezien de tussenstops, het moois dat daar te zien is en de broodnodige verzorging van de inwendige mens hebben we de tijd hard nodig.
De eerste stop bereiken we al na een half uurtje. Als je dan toch helemaal in het noorden van de noordelijkste provincie van Groot-Brittannië bent, waarom dan niet even het aller-noordelijkste punt van het vasteland opzoeken? Dunnet Head, of meer precies de 15 meter hoge vuurtoren, is dat punt. Niet het mooiste plekje dat we tijdens de road trip zullen zien, maar wel een ijkpunt en een mooie plek om even uit te waaien. En wellicht dat we nog enkele papegaaiduikers tegenkomen.
De stop zal niet zo heel lang zijn, we rijden vlot door naar Thurso. Neem deze plaats aandachtig in je op, want het zal voorlopig de laatste plaats zijn waar je het gevoel hebt in de ons bekende ‘beschaving’ te rijden. Daarom zoeken we in deze plaats ook een tankstation op, want better safe than sorry. Bij The Blue Door Coffee Shop & Diner drinken we een kop koffie met wat lekkers erbij zodat we klaar zijn voor het volgende deel van deze etappe: op naar Bettyhill waar we een stop inlassen bij het Strathnaver Museum. Je kunt hier zowel binnen als buiten de benen even strekken. Maar voordat we daar aankomen bezoeken we nog zo’n mooie plek aan de noordkust: Strathy Point met z’n vuurtoren uit 1958; de eerste elektronische vuurtoren van Schotland. Inmiddels wordt een deel van de vuurtoren verhuurd aan toeristen die een accomodatie zoeken op een letterlijk adembenemende plaats.
Strathnaver Museum
‘Binnen je benen strekken’ betekent een bezoek aan het kleine maar boeiende Strathnaver Museum. Strathnaver of Strath Naver (vallei van de Naver) is een vruchtbaar dal langs de 29 km lange rivier Naver, die uit Loch Naver stroomt naar de noordkust van Schotland en daar uitmondt in Bettyhill in de Atlantische Oceaan. Strathnaver was getuige van een van de meest gewelddadige uitdrijvingen tijdens de Ontruiming (‘clearances’) van de Hooglanden, een inktzwarte bladzijde uit de Schotse geschiedenis. Ongeveer 15 000 mensen werden uit dit gebied verdreven om plaats te maken voor schapen. De eerste ontruiming gebeurde in Grummore in 1814. Vóór 1814 waren er ongeveer 40 kleine nederzettingen in deze vallei. De pachters waren meestal arme, ongeletterde mensen die af te rekenen kregen met slechte oogsten en besmettelijke ziekten. Het was Elizabeth Leveson-Gower, gravin van Sutherland, samen met haar echtgenoot, de markies van Stafford, die dit initiatief nam. Hun handlangers waaronder hun rentmeester Patrick Sellar staken de daken van heideriet in brand om onwillige bewoners uit hun huizen te verjagen.
Het grootste deel van het museum staat in het teken van de ‘clearances’. Het museum is ondergebracht in de Farr Parish Church. Als bonus tref je buiten een typisch Schotse steen aan: een steen uit de Pictische tijd die zich afspeelde tussen de 6e en 9e eeuw. Het doel van deze door Picten versierde stenen is niet altijd geheel duidelijk. Ze zouden misschien dienst hebben gedaan als persoonlijke gedenkstenen. In dat geval moeten de symbolen worden geïnterpreteerd als clan- of familiesymbolen. Sommige stenen beelden rituelen uit. De stenen zouden als grafstenen kunnen zijn gebruikt, al lijkt dit niet het primaire doel te zijn geweest. De steen bij het museum is als aandenken voor een belangrijk, hooggeplaatst persoon neergezet, meer dan 1.000 jaar geleden.
Als je liever een wandeling maakt, dan kun je naar Bettyhill Bay lopen, waar een fijn strand ligt om – alweer – even uit te waaien.
Na dit uitstapje wordt het langzaamaan tijd voor de lunch. We rijden door naar Tongue, dat 30 km verderop ligt. We wijken daarvoor een beetje af van de ‘originele’ NC500 route om net nog wat mooiere rijweggetjes te scoren bij Torrisdale en Skerray. Hierna heet het Ben Loyal Hotel ons welkom voor de lunch. Dit hotel is vernoemd naar één van de twee Schotse bergen die zich in de buurt bevinden, en die we na de lunch van een afstandje zullen bekijken. Want als we dan de Kyle of Tongue, een inham, passeren is er een mooi uitzichtpunt op de Ben Loyal en de Ben Hope.
Het laatste deel van de etappe van vandaag heeft een lengte van zo’n 70 km, en die zullen we in principe in één keer rijden – we zijn zo vrij als een vogel dus als er behoefte is aan een extra tussenstop dan doen we dat uiteraard. Dat kan bijvoorbeeld vlakbij Durness, als we zin hebben in ‘de lekkerste chocolademelk van de wereld‘. Dan stoppen we bij Cocoa Mountain in Balnakeil. Ze moeten het daar niet van de looks hebben, maar schijnbaar is dit een once in a lifetime experience. Op chocolademelk gebied dan!
Heel veel plaatsen komen we niet meer tegen. Waar we wel op zullen stuiten zijn de befaamde, en soms ook beruchte, single track wegen. Hier kunnen twee auto’s elkaar echt niet passeren zonder gebruik te maken van de passeerstroken die zich op regelmatige afstand van elkaar bevinden. Dit vergt wel enige gewenning, en ook het gebruik van de passeerstroken vraagt de nodige aandacht.
Hierover volgt meer informatie op deze website. Van belang is dat we afstand houden tussen de auto’s, om te voorkomen dat we de weg blokkeren omdat er maar beperkte opstelplaats is op een passeerstrook. De volgende dagen zullen in het teken staan van deze wegen. We naderen het mooiste deel van de road trip, maar voor het zover is, eten en overnachten we in het Rhiconich Hotel in … Rhiconich.